Geachte heer Halm,

Op grond van artikel 38 Reglement van Orde van de raad van de gemeente Emmen heeft u vragen gesteld over de verpaupering van het voormalig tankstation aan de Runde te Emmercompascuum.


Vraag 1.

Is de gemeente inderdaad eigenaar van het perceel aan de Runde waarop een Texaco

benzinepomp staat/stond?

Antwoord:

De gemeente Emmen is eigenaar van de grond waarop het voormalig tankstation staat.

Dit betreft het perceel EMN00 AB 00193.

Vraag 2.

Sinds wanneer is dit perceel verhuurd (geweest) en wie is /was de huurder?

Antwoord:

Het perceel is niet verhuurd, maar er is een gebruiksrecht verleend aan een oliemaatschappij. Een gebruiksrecht is een recht om andermans grond te gebruiken voor een bepaald doel, in dit geval het oprichten van een benzinestation. Voor het gebruik van de gemeentelijke grond werd betaald, recognitie genaamd. Recognities zijn geen belastingen maar worden op privaatrechtelijke basis geheven. Sinds de jaren zestig is dat hier het geval.

Vraag 3:

Wordt dit perceel nog steeds verhuurd en zo ja aan wie?

Antwoord:

Zie ook vraag 2. Het gebruiksrecht wordt al geruime tijd niet meer uitgeoefend, dit blijkt uit het niet meer betalen van de vergoeding. In ons archief zitten echter geen documenten die wijzen op een opzegging of beëindiging van de zijde van de gebruiker. De oliemaatschappij heeft ons echter gemeld dat zij de kiosk in 1993 over hebben gedragen aan de firma Greven. Wij hebben daar geen documenten van.

Vraag 4:

Sinds wanneer is er een benzinestation bedrijf actief op deze locatie?

Antwoord:

Op en rond deze locatie is lange tijd een tankstation actief geweest, direct voor de gevel van Runde zz 13 was in 1926 al een tankstation gevestigd. De bouw van de kiosk heeft in 1966 plaatsgevonden. Het tankstation is gesloten omstreeks 1987.

Vraag 5:

Is de grond ter plaatse vervuild of is er een vermoeden van vervuiling, dan wel is de

grond schoon?

Antwoord:

Ter plaatse is sprake van bodemverontreiniging. Dit betreft niet alleen de locatie rondom de kiosk maar ook rondom tanks en leidingen, zowel op gemeentegrond als op particuliere grond.

Vraag 6:

Wie is de eigenaar van de opstallen van het perceel?

Antwoord:

Aan de oliemaatschappij Caltex is in 1966 een gebruiksrecht verleend. De oliemaatschappij heeft de opstal gebouwd, hiervoor is in 1966 een bouwvergunning verleend. Het doel van het gebruiksrecht is om een scheiding in eigendom aan te brengen. De opstallen waren destijds dus van de oliemaatschappij, en de ondergrond van de gemeente. Nu het gebruiksrecht niet meer wordt uitgeoefend ontstaat de vraag over het eigenaarschap van de opstallen. Omdat wij geen documenten hebben over de overdracht aan Greven wordt door ons de volgende lijn aangehouden.

 

Wij hebben de rechtsopvolger van Caltex aangeschreven om de voorwaarden na te leven die in de gebruiksovereenkomst staan vermeld. Dit houdt in dat bij beëindiging de opstal moet worden afgebroken en de grond in oorspronkelijk toestand opgeleverd dient te worden. De termijn hiervoor loopt tot 5 maart. Indien er geen reactie volgt dan gaan wij ervan uit dat de oliemaatschappij of Greven geen belang meer hebben bij de opstallen. Tevens geven zij daarmee dan aan dat zij geen belang meer hechten aan het gebruiksrecht en dat dit daardoor als niet meer bestaand kan worden beschouwd. Wij zullen er dan van uitgaan dat de opstallen door natrekking ons eigendom zijn geworden.

Vraag 7:

Is het bestemmingsplan ter plaatse gewijzigd?

Antwoord:

Het bestemmingsplan ter plaatse is goedgekeurd in 2001. De bestemming van het

voormalige benzinestation is nu groenvoorziening.

Vraag 8:

Is er nog sprake van een vergund verkooppunt met milieuvergunning?

Antwoord:

Nee.

Vraag 9:

Zal er nog een mogelijkheid zijn om het benzinestation te exploiteren als zodanig?

Antwoord:

Het huidige bestemmingsplan staat het niet toe en wij zijn niet voornemens om hier een

nieuw benzinestation toe te staan.

Vraag 10:

Zo nee, hoelang gaat het nog duren voor aan deze verpaupering een halt wordt

toegeroepen?

Antwoord:

Overeenkomstig de overeenkomst is de oliemaatschappij op 5 februari 2010 aangeschreven om de sloop van het gebouwtje ter hand te nemen. In de aanschrijving is een termijn van 1 maand gesteld. Deze termijn is op 5 maart 2010 verlopen, er is bij het schrijven van deze antwoorden nog geen reactie binnen. Mocht geen reactie dan wel een negatieve reactie zijn ontvangen, dan zal naar aanleiding van het gestelde in antwoord 6 de gemeente als eigenaar gerechtigd zijn tot het aanvragen van een sloopvergunning.

Vraag 11:

Welke activiteiten heeft het college uitgevoerd om dat te bereiken?

Antwoord:

Zie antwoord vraag 10.

Vraag 12:

Wanneer zal de situatie ter plaatse definitief zijn verbeterd?

Antwoord:

De verbeteringen ter plaatse zijn afhankelijk van de resultaten van de aanschrijving. Mocht de oliemaatschappij niet, of negatief op de aanschrijving reageren, dan zullen wij het initiatief nemen om op andere wijze de verpaupering tegen te gaan. U kunt daarbij denken aan sloop door de gemeente zelf. Er zijn daarbij echter procedures van toepassing en deze vergen enige tijd, bv aanvraag sloopvergunning.

Vraag 13:

Wat zullen de kosten zijn voor rekening van de gemeente om dat te bereiken?

Antwoord:

Een overzicht van de kosten is op dit moment niet te geven. Dit is afhankelijk van de

resultaten van de aanschrijving en mogelijkheden tot kostenverhaal.

Wij vertrouwen u hiermee voldoende te hebben ingelicht.


Hoogachtend,

burgemeester en wethouders van Emmen,

 

de gemeentesecretaris,